Onlangs schreven mijn collega's Mark van Raak en Romana van der Leij een interessante blog over de huidige stand van zaken met betrekking tot immateriële schade, oftewel smartengeld. Zeer recent zijn er in dat kader twee noemenswaardige arresten gewezen door de Hoge Raad. In het onderstaande zal ik deze voor u uiteenzetten.
Wat is immateriële schade?
Een vergoeding voor immateriële schade is kort gezegd een schadevergoeding voor het verdriet, de pijn en het verlies aan levensvreugde die het gevolg zijn van bijvoorbeeld een ongeval, een medische fout of een misdrijf.
De wet bepaalt dat in een aantal gevallen aanspraak kan worden gemaakt op een immateriële schadevergoeding, waaronder het geval dat het slachtoffer op 'andere wijze in zijn persoon is aangetast'. Vorenbedoelde recente uitspraken van de Hoge Raad zien op deze categorie.
Immateriële schade voor de categorie “aantasting in de persoon op andere wijze”
In de jurisprudentie is nader uitgewerkt wanneer sprake is van een “aantasting in de persoon op andere wijze”. Daarvan is in ieder geval sprake als een benadeelde aantoonbaar geestelijk letsel heeft. In de rechtspraak is tevens aangenomen dat er ruimte is voor een tweede categorie “aantasting in de persoon op andere wijze”, zonder dat daarvoor geestelijk letsel is vereist. Deze tweede categorie ziet op het geval van een bijzondere normschending.
De Hoge Raad heeft in haar arrest van 8 december jl. (ECLI:NL:HR:2020:1956) en in haar arrest van 15 december jl. (ECLI:NL:HR:2020:2012) geoordeeld dat in het geval van respectievelijk stalking of een woningoverval sprake kan zijn van een aantasting van de persoonlijke levenssfeer en vrijheid van het slachtoffer en dat smartengeld in die gevallen ook zonder onderbouwd geestelijk letsel kan worden toegewezen.
Dit is evenwel wel afhankelijk van de aard en ernst van de normschending en de gevolgen hiervan voor het slachtoffer. In iedere kwestie zal dus gekeken moeten worden of de omstandigheden van het geval toewijzing van immateriële schadevergoeding rechtvaardigt. In de kwestie van de woningoverval was hiervan volgens de Hoge Raad sprake nu de slachtoffers onder meer waren vastgebonden, hun monden waren vastgeplakt en zij zeer ernstig bedreigd waren, waaronder met een vuurwapen.
In de stalkingzaak was sprake van langdurige en intensieve belaging, waardoor het slachtoffer onder meer ernstig aangetast is in zijn persoonlijke vrijheid waardoor hij imagoschade heeft ervaren, sociale contacten heeft moeten beëindigen en zijn vertrouwen in anderen is verloren. Het voormelde was voor de Hoge Raad voldoende om tot toekenning van smartengeld te komen, zonder onderbouwing van geestelijk letsel.
Twee belangrijke uitspraken zodoende op het gebied van immateriële schade. De jurisprudentie hieromtrent blijft zich ontwikkelingen. Wij blijven u hiervan uiteraard op de hoogte houden.
Bent u slachtoffer, nabestaande of naaste en twijfelt u of u recht hebt op een immateriële schadevergoeding? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder.
Comments